N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor falen.
falen (ww):
feilen(nl) —.
(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., onderuitgaan(nl) —., stuklopen(nl) —., :Overleg:falen|'''?'''(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., ergens niet veel van terechtbrengen(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., er niet veel van maken(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., het erbij laten zittten(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., het laten afweten(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., in gebreke blijven(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., niet thuis geven(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., tekort schieten(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., in verzuim zijn(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., niet over de lat komen(nl) (inerg) het doel dat men zich stellen had niet bereiken., mislukken(de) etwas nicht erreichen, das man erreichen will.
(en) be unsuccessful.
(en) not achieve a stated goal.
(fr) (Vieilli) (Sens figuré) Se tromper, se méprendre sur quelque chose..
(fr) (Vieilli) (En parlant d’une personne) Faire preuve de manquement..
(fr) (Vieilli) (En parlant d’un objet) Ne pas tenir le coup.., tekortschieten(fr) (Vieilli) (En parlant d’une personne) Faire preuve de manquement..
(fr) (Vieilli) (Sens figuré) Se tromper, se méprendre sur quelque chose..
(fr) (Vieilli) (En parlant d’un objet) Ne pas tenir le coup.., slippen(en) to lose one's traction.
(en) to err., uitglijden(en) to err.
(en) to lose one's traction., averechts werken(en) fail., buiten de boot vallen(en) to fail to be completed, particularly for lack of interest; to be left out, to suffer from neglect., in tranen uitbarsten(en) to cease to function; (others than above)., instorten(en) to cease to function; (others than above)., kapotgaan(en) to cease to function; (others than above)., stukgaan(en) to cease to function; (others than above)., uiteenvallen(en) to cease to function; (others than above).
falen (zn):
echec(de) Verfehlen eines gesteckten Ziels., mislukking(de) Verfehlen eines gesteckten Ziels., neergang(en) end, downfall, or failure., overdracht(en) end, downfall, or failure.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com