Nederlandse synoniemen voor 'praktisch'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor praktisch.

praktisch (bn):
handzaam(nl) —., handig(de) in der Praxis, auf die Realität bezogen.
(de) handlich anzuwenden, gut zu gebrauchen.
, praktizerend(de) handlich anzuwenden, gut zu gebrauchen.
(de) in der Praxis, auf die Realität bezogen.
, bevattelijk(en) having an obvious application., functioneel(en) characterized more by usefulness than by fashionableness., praktijkgericht(en) having an obvious application., toegankelijk(en) having an obvious application.

praktisch (bw):
nagenoeg(nl) zogoed als, in die mate dat het verschil met "helemaal" verwaarloosbaar is (daarmee nog wat sterker in gradatie dan ''bijna'' en ''haast#Bijwoord'').
(en) almost.
(fr) Quasi, presque.
, quasi(nl) zogoed als, in die mate dat het verschil met "helemaal" verwaarloosbaar is (daarmee nog wat sterker in gradatie dan ''bijna'' en ''haast#Bijwoord'').
(en) almost.
, vrijwel(nl) zogoed als, in die mate dat het verschil met "helemaal" verwaarloosbaar is (daarmee nog wat sterker in gradatie dan ''bijna'' en ''haast#Bijwoord'').
(de) Einleitung eines Gleichnisses oder einer Übertreibung: gleichsam.
, schier(nl) zogoed als, in die mate dat het verschil met "helemaal" verwaarloosbaar is (daarmee nog wat sterker in gradatie dan ''bijna'' en ''haast#Bijwoord'')., bijna(fr) Quasi, presque., in feite(de) Einleitung eines Gleichnisses oder einer Übertreibung: gleichsam., zo goed als(fr) Quasi, presque.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken