N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor sim.
sim (zn):
aap(nl) —.
(pt) (primata).
(nl) (primaten) (verouderd) benaming voor primaat uit de infraorde (species)., zim(nl) (visserij) lijn van een hengel.
(nl) (primaten) (verouderd) benaming voor primaat uit de infraorde (species).
(nl) (voeding) rugstuk van een hert of ree., dobber(nl) —.
(nl) (visserij) drijver aan een hengelsnoer die gaat bewegen als een vis in het aas hapt., hengelsnoer(nl) —.
(nl) (visserij) lijn van een hengel., simmetje(nl) —., simmetjes(nl) —., sims(nl) —., |sims|simmetje|simmetjes|B}}(nl) (visserij) lijn van een hengel., simkaart(nl) kaartje dat een telefoonbedrijf aan een abonnee verstrekt om in een mobiele telefoon te plaatsen zodat die toegang krijgt tot het netwerk., |simmen|simmetje|simmetjes|C}}(nl) kaartje dat een telefoonbedrijf aan een abonnee verstrekt om in een mobiele telefoon te plaatsen zodat die toegang krijgt tot het netwerk., |-|-|-|D}}(nl) (primaten) (verouderd) benaming voor primaat uit de infraorde (species)., sem(nl) (plantkunde) soort tropische bonenplant (species)., |-|-|-|E}}(nl) (plantkunde) soort tropische bonenplant (species)., simmer(nl) (voeding) rugstuk van een hert of ree., zimmer(nl) (voeding) rugstuk van een hert of ree., apen(pt) (primata)., apin(pt) (primata).
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com