sim

als woordenboektrefwoord:

sim:
v. (-men), snoer; top der kurk a. d. hengelroede. simmetje, o. (-s).
sim:
v. (-men), aap.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

aap (zn) :
aapje, sim, wijfjesaap, vrouwtjesaap, mannetjesaap, apin

woordverbanden van ‘sim’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 75:

aap, sim

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c