snoer

als woordenboektrefwoord:

snoer:
o. (-en), koord; wat aan een snoer geregen is.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

snoer (zn) :
band, draad, pees, koord
snoer (zn) :
meetsnoer

als synoniem van een ander trefwoord:

streng (zn) :
snoer, band, reep, touwtje, vlecht, draad, veter, pees, klit, koord, bindgaren, bindtouw, paktouw
lijn (zn) :
snoer, touw, snaar, draad, koord, spantouw, spanlijn
draad (zn) :
snoer, touw, streng, snaar, kabel, lijn, koord, fil
koord (zn) :
snoer, band, touw, streng, draad, kabel, lijn
pees (zn) :
snoer, streng, vezel, draad, zeen

woordverbanden van ‘snoer’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

sim:
snoer
snoer:
rij, reeks
snoer:
touw, draad, sim, lijn
touw:
koord, lijn, snoer, streng, band, kabel, zeel, stag, tros, want

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c