Nederlandse synoniemen voor 'vasthechten'

N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor vasthechten.

vasthechten (ww):
aaneenhechten(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, aaneenknopen(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, bevestigen(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, fixeren(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, hechten(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, lijmen(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, vastlijmen(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, vastmaken(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, vastplakken(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, verbinden(nl) —.
(nl) zaken aan elkaar vastmaken, zaken met elkaar verbinden.
, opplakken(nl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken