vasthechten
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.
als synoniem van een ander trefwoord:
- verbinden (ww) :
- aaneenschakelen, aaneensluiten, aaneenvoegen, aanhechten, aansluiten, associëren, binden, breien, bundelen, combineren, conjugeren, engageren, hechten, koppelen, lassen, liëren, paren, samenbinden, samenbundelen, samenvatten, samenvoegen, schakelen, vasthechten, vastmaken, vastzetten, verenen, verenigen, voegen
- aanbrengen (ww) :
- aanleggen, aanzetten, bevestigen, fixeren, inrichten, installeren, maken, monteren, ophangen, opstellen, plaatsen, vasthechten, vastmaken, vastzetten, zetten
- vastmaken (ww) :
- bevestigen, binden, fixeren, vastbinden, vasthechten, vastleggen, vastzetten, verbinden, vestigen
- bevestigen (ww) :
- aanbrengen, monteren, vastbinden, vasthechten, vastknopen, vastmaken, vastzetten
- klissen (ww) :
- klitten, vasthechten, vastklampen
- lijmen (ww) :
- herstellen, plakken, vasthechten
woordverbanden van ‘vasthechten’ grafisch weergegeven
in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):
- in hedendaagse spelling:
- bevestigen, vastmaken, vasthechten
Bevestigen — vastmaken — vasthechten. Maken dat iets vastzit. Vasthechten onderstelt eene nauwere verbinding dan vastmaken. Wat vastgehecht is kan slechts losgerukt of losgesneden, wat vastgemaakt is kan weder losgemaakt worden. De knoop wordt vastgehecht aan de jas. De sabelkoppel wordt om het lijf vastgemaakt. Bevestigen kan hetzelfde uitdrukken als vasthechten en ziet, tegenover vastmaken, meer op eene duurzame verbinding.
* De spelling in deze bron kan afwijken van de tegenwoordig geldende.
in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):
- vasthechten ≠
- losmaken
bij andere sites: