samenvoegen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

samenvoegen (ww) :
aaneensluiten, aansluiten, alliëren, amalgameren, bijeenvoegen, combineren, cumuleren, groeperen, in elkaar zetten, integreren, koppelen, legeren, mengen, mixen, mêleren, ophopen, paren, samendoen, samenstellen, samentrekken, unificeren, verbinden, verenen, verenigen, vermengen

als synoniem van een ander trefwoord:

verbinden (ww) :
aaneenschakelen, aaneensluiten, aaneenvoegen, aanhechten, aansluiten, associëren, binden, breien, bundelen, combineren, conjugeren, engageren, hechten, koppelen, lassen, liëren, paren, samenbinden, samenbundelen, samenvatten, samenvoegen, schakelen, vasthechten, vastmaken, vastzetten, verenen, verenigen, voegen
samenstellen (ww) :
assembleren, bouwen, combineren, compileren, componeren, construeren, formeren, gereedmaken, in elkaar zetten, ineenzetten, maken, monteren, opbouwen, opmaken, opstellen, samenvoegen, schrijven, uitmaken, verenigen, vormen
koppelen (ww) :
aaneenknopen, aaneenschakelen, aaneensluiten, aanhangen, aansluiten, associëren, lassen, liëren, passen, samenbrengen, samenvoegen, vasthaken, verbinden, verenigen, voegen
verenigen (ww) :
aaneensluiten, alliëren, amalgameren, binden, combineren, legeren, mengen, mixen, mêleren, samenbundelen, samendoen, samensmelten, samenvoegen, verbinden, vermengen
aansluiten (ww) :
aaneenkoppelen, aaneenschakelen, aaneensluiten, aaneenvoegen, aanknopen, binden, koppelen, liëren, samenknopen, samenvoegen, schakelen, verbinden, verenigen
cumuleren (ww) :
accumuleren, op elkaar stapelen, opeenhopen, opeenstapelen, ophopen, opstapelen, samenvoegen, stapelen
mengen (ww) :
beslaan, husselen, mengelen, mixen, mêleren, omroeren, roeren, samenvoegen, vermengen
ophopen (ww) :
opeenstapelen, opleggen, opstapelen, optassen, samenvoegen, stapelen, tassen
integreren (ww) :
aaneensluiten, binden, groeperen, samenvoegen, scharen, uniëren, verenigen
samentrekken (ww) :
bijeenbrengen, bijeentrekken, samenvoegen
combineren (ww) :
bijeenvoegen, samenvoegen
rangschikken (ww) :
groeperen, samenvoegen

woordverbanden van ‘samenvoegen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

samenvoegen, verenigen

Twee of meer dingen bij elkander brengen om ze met elkander te verbinden. Samenvoegen heeft de algemeene beteekenis. Vereenigen is zóó samenvoegen, dat de voorwerpen na hunne samenbrenging als 't ware slechts één geheel uitmaken. Men vereenigt wat gescheiden was. De Vereenigde Nederlanden. Vandaar dat vereenigen, niet samenvoegen, gebezigd wordt in den zin van tot eenheid van gevoelen brengen of verzoenen. Zich met iemands gevoelen vereenigen Strijdende partijen vereenigen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 233:

verenigen, samenvoegen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

samenvoegen
loskoppelen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c