verbinden

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verbinden (ww) :
samenvoegen, vastzetten, voegen, hechten, binden, schakelen, aansluiten, samenvatten, bundelen, breien, paren, verenigen, lassen, koppelen, combineren, vastmaken, associëren, engageren, aaneenschakelen, aaneenvoegen, aanhechten, vasthechten, conjugeren, samenbundelen, samenbinden, aaneensluiten, liëren, verenen
verbinden (ww) :
verband leggen, zwachtelen, omwinden, omzwachtelen, hullen
verbinden (ww) :
in verband brengen, relateren
verbinden (ww) :
aaneenschrijven

als synoniem van een ander trefwoord:

samenvoegen (ww) :
samenstellen, mengen, verbinden, samentrekken, vermengen, aansluiten, paren, verenigen, in elkaar zetten, koppelen, combineren, integreren, groeperen, ophopen, mixen, legeren, samendoen, unificeren, cumuleren, alliëren, mêleren, aaneensluiten, amalgameren, bijeenvoegen, verenen
koppelen (ww) :
passen, voegen, samenvoegen, verbinden, samenbrengen, aansluiten, verenigen, lassen, aanhangen, associëren, vasthaken, aaneensluiten, aaneenschakelen, aaneenknopen, liëren
verenigen (ww) :
samenvoegen, mengen, binden, verbinden, vermengen, combineren, samensmelten, mixen, legeren, samendoen, alliëren, mêleren, samenbundelen, amalgameren, aaneensluiten
aansluiten (ww) :
samenvoegen, binden, schakelen, verbinden, verenigen, koppelen, aanknopen, samenknopen, aaneenvoegen, aaneensluiten, aaneenschakelen, aaneenkoppelen, liëren
associëren (ww) :
schakelen, verbinden, samenbrengen, betrekken, verenigen, koppelen, relateren, aaneenschakelen, aaneenknopen, liëren
combineren (ww) :
samenstellen, schakelen, verbinden, samenbrengen, betrekken, verenigen, koppelen, associëren, relateren
vastmaken (ww) :
vastleggen, vestigen, vastzetten, binden, vastbinden, verbinden, bevestigen, fixeren, vasthechten
hechten (ww) :
naaien, binden, verbinden, klemmen, toekennen, vastmaken, dichtnaaien, rijgen
bevestigen (ww) :
hechten, verbinden, aanhangen, vastbakken, aankoppelen, aanhechten
relateren (ww) :
verbinden, betrekken, in verband brengen, associëren
binden (ww) :
vastleggen, verbinden, verplichten, verenigen
paren (ww) :
verbinden, verenigen, koppelen, bijeenvoegen
liëren (ww) :
verbinden, verenigen
copuleren (ww) :
verbinden, koppelen

woordverbanden van ‘verbinden’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

verbinden
ontbinden, scheiden, splitsen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0037 c