aanhechten

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord:

verbinden (ww) :
aaneenschakelen, aaneensluiten, aaneenvoegen, aanhechten, aansluiten, associëren, binden, breien, bundelen, combineren, conjugeren, engageren, hechten, koppelen, lassen, liëren, paren, samenbinden, samenbundelen, samenvatten, samenvoegen, schakelen, vasthechten, vastmaken, vastzetten, verenen, verenigen, voegen
bevestigen (ww) :
aanhangen, aanhechten, aankoppelen, hechten, vastbakken, verbinden
aanbinden (ww) :
aanhechten, bevestigen, vastmaken

woordverbanden van ‘aanhechten’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aanhechten en aanknoopen duiden eene nauwere verbinding aan dan aanvoegen, aanbinden, bijvoegen en toevoegen. Alle zes worden gebruikt van het aan elkaar vastmaken van twee zaken. Aanhechten onderstelt eene nauwe verbinding door een of ander middel teweeg gebracht, aanbinden is door een band vereenigen, aanknoopen de banden van het eene met die van het andere door een knoop vereenigen. Aanbinden en aanknoopen, evenals vroeger aanhechten, worden ook figuurlijk gebruikt van eene wederzijdsche werking, waarbij twee partijen elkander raken. Onderhandelingen aanknoopen, een strijd aanbinden. Aanvoegen, bijvoegen, en toevoegen worden gebruikt, wanneer eene mindere zaak aan eene grootere gehecht wordt. Aanvoegen en bijvoegen verschillen in zoover, dat het eerste eene nadere bijeenbrenging aanduidt, zoodat het aangevoegde met hetgeen, waaraan het is aangevoegd, als 't ware één lichaam uitmaakt, terwijl het tweede slechts eene vergrooting te kennen geeft. Men voegt een stuk aan hetgeen te kort is; men voegt meer geld bij eene som die te klein is.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 30:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c