uitmaken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

uitmaken (ww) :
afbreken, beëindigen, uitvegen, uitwissen, verbreken, verwijderen, wegmaken
uitmaken (ww) :
bepalen, beslissen, besluiten, onderscheiden, vaststellen
uitmaken (ww) :
betekenen, er toe doen, schelen
uitmaken (ww) :
betekenen, vormen, zijn
uitmaken (ww) :
blussen, doven
uitmaken (ww) :
uitschelden
uitmaken (ww) :
regelen
uitmaken (ww) :
uitdoen

als synoniem van een ander trefwoord:

samenstellen (ww) :
assembleren, bouwen, combineren, compileren, componeren, construeren, formeren, gereedmaken, in elkaar zetten, ineenzetten, maken, monteren, opbouwen, opmaken, opstellen, samenvoegen, schrijven, uitmaken, verenigen, vormen
beëindigen (ww) :
afbouwen, afbreken, afkappen, afmaken, afronden, afsluiten, afwerken, afzien van, afzoenen, besluiten, bijleggen, eindigen, opheffen, ophouden, sluiten, stopzetten, uitmaken, volbrengen, voltooien
beslissen (ww) :
afspreken, bedisselen, beklinken, bepalen, berechten, beschikken, beslechten, besluiten, decideren, decreteren, oordelen, stellen, uitmaken, vaststellen
besluiten (ww) :
beklinken, bepalen, beschikken, beslissen, concluderen, decideren, opmaken, oordelen, overeenkomen, resolveren, sluiten, uitmaken
vaststellen (ww) :
beoordelen, bepalen, constitueren, definiëren, evalueren, kwantificeren, resolveren, stellen, uitmaken, uitschrijven, verordenen
uitzoeken (ww) :
bekijken, uitkienen, uitmaken, uitpluizen, uitpuzzelen, uitvinden, uitvissen, uitvlassen, uitvlooien, uitvogelen
uitdoen (ww) :
afdoen, afnemen, afzetten, uitdoven, uitdraaien, uithalen, uitmaken, uitnemen, uitschakelen, uittrekken
onderscheiden (ww) :
bespeuren, gewaarworden, herkennen, ontdekken, ontwaren, uitmaken, waarnemen, zien
bevinden (ww) :
achten, beoordelen, inzien, oordelen, schatten, uitmaken, vaststellen, zien
beschikken (ww) :
beslissen, besluiten, decideren, disponeren, oordelen, regelen, uitmaken
doven (ww) :
blussen, smoren, uitblazen, uitdoen, uitmaken, uittrappen
uitblussen (ww) :
blussen, doven, uitdoen, uitdoven, uitmaken
schelen (ww) :
er toe doen, uitmaken, verschil maken
schelden (ww) :
uitfoeteren, uitmaken, uitschelden
nagaan (ww) :
bepalen, uitmaken, vaststellen
vormen (ww) :
uitmaken, zijn
wegmaken (ww) :
uitmaken

woordverbanden van ‘uitmaken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aan een twist een einde maken. Beslechten geeft te kennen, dat men den twist tot een einde brengt door een vergelijk of door een gevecht „Laat ons dezen twist beslechten, door eens moedig saam te vechten." Toonen beide partijen cene toenadering tot elkander, willen zij dus in der minne een einde zien gemaakt aan den twist, dan leggen zij den twist hij. Eene twist uitmaken beteekent eenvoudig, dat de twist uit den weg geruimd wordt; meestal wordt hierbij verondersteld, dat het door een derde geschiedt.

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

uitmaken
aanmaken, aansteken, ontsteken

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c