stellen

als woordenboektrefwoord:

stellen:
(gesteld), zetten; brengen; omgaan ; doen ; voorschrijven ; schrijven; een ogenblik als waar aannemen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

stellen (ww) :
opmaken, aannemen, veronderstellen, supponeren, presumeren, onderstellen, ervan uitgaan, assumeren
stellen (ww) :
richten, schikken, instellen, regelen, afstellen, in orde brengen, klaarspelen, uitrichten
stellen (ww) :
verrekenen, afwerken, afwikkelen, afhandelen, afsluiten, afdoen, rechtzetten, vereffenen
stellen (ww) :
beweren, betogen, verklaren, zeggen, volhouden, voorleggen, poneren, postuleren
stellen (ww) :
brengen, formuleren, opstellen, inkleden, redigeren
stellen (ww) :
bepalen, vaststellen, beslissen, voorschrijven
stellen (ww) :
leggen, neerzetten, plaatsen, zetten, deponeren
stellen (ww) :
geven, leveren, verschaffen
stellen (ww) :
uithouden, volhouden, doen

als synoniem van een ander trefwoord:

verklaren (ww) :
beweren, stellen, verzekeren, uiteenzetten, zeggen, uitspreken, getuigen, declareren, openbaren, aangeven, deponeren, betuigen, ontvouwen, bekendmaken, pretenderen, expliciteren, veropenbaren, uiteendoen, exponeren, attesteren
plaatsen (ww) :
installeren, voegen, leggen, neerzetten, stoppen, stallen, planten, stellen, schikken, aanbrengen, zetten, neerleggen, steken, opstellen, positioneren, deponeren, stationeren, inpassen, posteren
beslissen (ww) :
bepalen, beschikken, vaststellen, besluiten, stellen, uitmaken, afspreken, oordelen, berechten, beslechten, beklinken, decideren, bedisselen, decreteren
bepalen (ww) :
vastleggen, beslissen, besluiten, aanwijzen, stellen, voorschrijven, bestemmen, bedingen, verordenen, beklinken, verordineren, decreteren, stipuleren
beweren (ww) :
staande houden, betogen, stellen, verklaren, zeggen, volhouden, getuigen, claimen, betuigen, suggereren, pretenderen, voorgeven, voorwenden
vaststellen (ww) :
uitschrijven, bepalen, stellen, beoordelen, uitmaken, definiëren, evalueren, verordenen, kwantificeren, resolveren, constitueren
uitstaan (ww) :
verdragen, stellen, uithouden, doorstaan, klokken, lijden, dragen, verduren, velen, dulden, kroppen
zetten (ww) :
vastzetten, leggen, neerzetten, stellen, plaatsen, aanbrengen, opstellen, posteren
aannemen (ww) :
opmaken, stellen, veronderstellen, geloven, supponeren, presumeren, onderstellen
zeggen (ww) :
benoemen, vinden, stellen, noemen, oordelen, menen, aanduiden, intenderen
deponeren (ww) :
leggen, stellen, plaatsen, storten, neerleggen, lozen, neergooien
doen (ww) :
leggen, stellen, plaatsen, zetten, dienen, steken, voorleggen
regelen (ww) :
stellen, afstemmen, bijstellen, uitmikken, afregelen
poneren (ww) :
beweren, aanvoeren, stellen, aandragen, postuleren
brengen (ww) :
stellen, aandragen, overbrengen
leggen (ww) :
stellen, plaatsen, aanbrengen
opstellen (ww) :
stellen, schrijven, vervatten

woordverbanden van ‘stellen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

stellen
loochenen, ontkennen, tegenspreken

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0034 c