brengen

als woordenboektrefwoord:

brengen:
(bracht, gebracht), aanvoeren ; bezorgen; afgeven ; leiden.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

brengen (ww) :
voeren, begeleiden, vervoeren, dragen, leiden, bij zich hebben
brengen (ww) :
opleveren, aanrichten, bewegen, veroorzaken, teweegbrengen
brengen (ww) :
bieden, aanbieden, aangeven, aanreiken, offreren
brengen (ww) :
stellen, aandragen, overbrengen
brengen (ww) :
presenteren, betonen
brengen (ww) :
bezorgen, afleveren
brengen (ww) :
voorleiden

als synoniem van een ander trefwoord:

veroorzaken (ww) :
opwekken, uitlokken, bezorgen, ontketenen, wekken, verwekken, geven, opleveren, aanrichten, maken, aanbrengen, voortbrengen, baren, brengen, doen, verschaffen, aandoen, toebrengen, scheppen, zaaien, kweken, stichten, tot gevolg hebben, leiden tot, teweegbrengen, aanstichten, berokkenen, met zich meebrengen, ten gevolge hebben
leveren (ww) :
bezorgen, bieden, afleveren, aanvoeren, bevoorraden, geven, opleveren, overdragen, produceren, brengen, verschaffen, voorzien, verstrekken, afgeven, overleveren, toevoeren, schaffen, fourneren, aanleveren, toeleveren
bieden (ww) :
bezorgen, lenen, geven, aanbieden, leveren, opofferen, schenken, brengen, toestaan, verschaffen, toekennen, presenteren, toesteken, reiken, offreren
verschaffen (ww) :
bieden, bezorgen, geven, opleveren, leveren, gunnen, brengen, voorzien, verstrekken, toekennen, verlenen, schaffen, fourneren
bezorgen (ww) :
bestellen, afleveren, geven, opleveren, leveren, overhandigen, verzorgen, brengen, verschaffen, bedelen, verlenen, afgeven
leiden (ww) :
voeren, begeleiden, rondleiden, meenemen, drijven, brengen, geleiden, gidsen, loodsen, mennen, piloteren, de weg wijzen
inspireren (ww) :
oproepen, aanmoedigen, toejuichen, drijven, brengen, bewegen, aanzetten, stimuleren, instigeren, elektriseren
dragen (ww) :
meedragen, voeren, houden, vervoeren, meenemen, brengen, transporteren, bij zich hebben
voeren (ww) :
begeleiden, beheren, meenemen, drijven, brengen, gidsen, de weg wijzen
afleveren (ww) :
bezorgen, bestellen, leveren, overhandigen, brengen, afgeven
stellen (ww) :
brengen, formuleren, opstellen, inkleden, redigeren
vertonen (ww) :
uitvoeren, opvoeren, brengen, spelen
aanbieden (ww) :
leveren, aandragen, brengen

woordverbanden van ‘brengen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

brengen, leiden, voeren

Iets of iemand van plaats doen veranderen of de richting der beweging van iets of iemand bepalen. Het laatste gedeelte dezer bepaling slaat op leiden, het eerste gedeelte op brengen en voeren Bij laatstgenoemde woorden is de plaatsverandering geheel het werk van den tusschenpersoon. Voeren d. i. doen gaan, beteekent verplaatsen in het algemeen. Bij brengen kan de plaatsbestemming als bekend worden aangenomen. Breng een glas water beteekent: breng het hier. Bij voeren dient zij echter altijd uitdrukkelijk te worden aangewezen. Naar huis voeren, opwaarts voeren. Leiden wordt allen gebezigd van personen, die den wil, en van wezens, die het vermogen tot voortgaan zelf bezitten; het bepaalt zich tot de zorg, dat de beweging geschiedt in de juiste of de verlangde richting. Water door de stad leiden. Een blinde, een kind, een dier leiden.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 412:

brengen, geven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 411:

brengen, leiden, voeren

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 232:

halen, brengen

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

brengen
halen

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c