getuigen
als woordenboektrefwoord:
- getuigen:
- (getuigd), getuigenis der waarheid afleggen ; verklaren.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen:
- getuigen (ww):
- attesteren, bevestigen, beweren, deponeren, verklaren
- getuigen (ww):
- prediken, uitdragen, verkondigen
- getuigen (ww):
- betuigen, blijk geven
- getuigen (ww):
- tonen, wijzen op
- getuigen (ww):
- pleiten
als synoniem van een ander trefwoord:
- verklaren (ww) :
- aangeven, attesteren, bekendmaken, betuigen, beweren, declareren, deponeren, expliciteren, exponeren, getuigen, openbaren, ontvouwen, pretenderen, stellen, uiteendoen, uiteenzetten, uitspreken, veropenbaren, verzekeren, zeggen
- betuigen (ww) :
- beweren, declareren, een getuigschrift geven, getuigen, plechtig verklaren, plechtig verzekeren, protesteren, te kennen geven, uitspreken, verklaren, verzekeren
- beweren (ww) :
- betogen, betuigen, claimen, getuigen, pretenderen, staande houden, stellen, suggereren, verklaren, volhouden, voorgeven, voorwenden, zeggen
- verzekeren (ww) :
- betuigen, bevestigen, getuigen, verklaren, zweren
- belijden (ww) :
- getuigen, prediken, uitdragen, verkondigen
- deponeren (ww) :
- getuigen, verklaren
woordverbanden van ‘getuigen’ grafisch weergegeven
in Charivarius' Een Ander Woord (1945):
in overige bronnen*:
- in hedendaagse spelling:
- vermelden, gewagen, verkonden, verhalen, vertellen, berichten, getuigen, beschrijven, voorstellen, afmalen, afbeelden, schilderen, schetsen
VERMELDEN, GEWAGEN, VERKONDEN, VERHALEN, VERTELLEN, BERIGTEN, GETUIGEN, BESCHRIJVEN, VOORSTELLEN, AFMALEN, AFBEELDEN, SCHILDEREN, SCHETSEN
bron: Gerbrand Bruining - Nederduitsche synonymen (1836), band 1, bladzijde 277.
* De spelling in deze bron kan afwijken van de tegenwoordig geldende.
- zie ook:
- getuigen van, getuige
bij andere sites: