vertellen

als woordenboektrefwoord:

vertellen:
(verteld), verhalen.
vertellen:
zich, (zich verteld), verkeerd tellen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vertellen (ww) :
afdraaien, debiteren, mededelen, meedelen, opdissen, uitbrengen, uitkramen, verhalen, verkopen, verzekeren, zeggen
vertellen (ww) :
beschrijven, informeren, inlichten, loslaten, melden, spreken, uiteenzetten
vertellen (ww) :
mistellen, misrekenen, verrekenen
vertellen (ww) :
verklappen, verraden

als synoniem van een ander trefwoord:

beschrijven (ww) :
afbeelden, afschilderen, afspiegelen, aftekenen, kenschetsen, omschrijven, opschrijven, portretteren, rapporteren, schetsen, schilderen, schrijven, tekenen, typeren, vertellen
uiteenzetten (ww) :
expliceren, expliciteren, expliqueren, exposeren, ontvouwen, toelichten, uiteendoen, uitleggen, uitspinnen, verdietsen, verduidelijken, verhelderen, verklaren, vertellen
zeggen (ww) :
aankondigen, beweren, inbrengen, meedelen, opmerken, opzeggen, spreken, uitbrengen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verklaren, verkondigen, vermelden, vertellen, verwoorden
melden (ww) :
aangeven, aanmelden, berichten, doorgeven, gewagen, opgeven, rapport uitbrengen, rapporteren, seinen, signaleren, vermelden, verslaan, verslag uitbrengen, vertellen
spreken (ww) :
opmerken, opperen, reppen, uitbrengen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verdedigen, verklaren, verkondigen, vermelden, vertellen, zeggen
informeren (ww) :
inlichten, inseinen, onderrichten, op de hoogte brengen, vertellen, voorlichten, in kennis stellen, informatie verschaffen
inlichten (ww) :
briefen, informeren, meedelen, onderrichten, op de hoogte brengen, ophelderen, vertellen, verwittigen, voorlichten
uitbrengen (ww) :
bekendmaken, lanceren, onthullen, openbaar maken, publiceren, uitgeven, verklappen, vertellen
verklikken (ww) :
overbrieven, oververtellen, uit de school klappen, verklappen, verraden, vertellen
verraden (ww) :
klikken, oververtellen, verklappen, verklikken, vertellen
afdraaien (ww) :
afdreunen, afratelen, opdreunen, uitslaan, vertellen
verkopen (ww) :
debiteren, opdissen, uitkramen, vertellen, wijsmaken
opdissen (ww) :
debiteren, uitkramen, vertellen, verzinnen
fluisteren (ww) :
rondvertellen, vertellen, zeggen
uitslaan (ww) :
uiten, uitkramen, vertellen
loslaten (ww) :
verklappen, vertellen
verhalen (ww) :
vertellen

woordverbanden van ‘vertellen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 277:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c