N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor vliegen.
vliegen (ww):
ijlen(nl) —., spoeden(nl) —., navigeren(fr) Se maintenir dans l’air.
(fr) Piloter un avion., aanslaan(en) to travel through air., besturen(en) to travel through air., het vliegtuig nemen(fr) prendre l’avion., lukken(en) to travel through air., wegvliegen(fr) Passer pour ne plus revenir en parlant du temps, etc.., wegwaaien(fr) Passer pour ne plus revenir en parlant du temps, etc..
vliegen (zn):
vlucht(en) act of flying.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com