vliegen

als woordenboektrefwoord:

vliegen:
(vloog, gevlogen).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vliegen (ww) :
flitsen, racen, razen, scheren, schieten, snellen, spoeden, stormen, stuiven, suizen, zoeven
vliegen (ww) :
omvliegen, verglijden, vervlieden, vlieden, voorbijgaan, voorbijsnellen, voorbijvliegen
vliegen (ww) :
fladderen, flapperen, wapperen

als synoniem van een ander trefwoord:

snellen (ww) :
hardlopen, ijlen, jagen, racen, rennen, reppen, spoeden, stormen, stuiven, vliegen, zich haasten, zich spoeden
stuiven (ww) :
rennen, schieten, snellen, vliegen
fladderen (ww) :
klapperen, vliegen, vlinderen
stormen (ww) :
schieten, snellen, vliegen
schieten (ww) :
rennen, snellen, vliegen
scheren (ww) :
schieten, vliegen
vlucht (zn) :
vliegen

woordverbanden van ‘vliegen’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vliegen
kruipen

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0055 c