schieten

als woordenboektrefwoord:

schieten:
(schoot, geschoten).

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schieten (ww) :
de trekker overhalen, jagen, knallen, kogelen, paffen, vuren
schieten (ww) :
bloeien, groeien, opkomen, opschieten, uitlopen
schieten (ww) :
doodschieten, raken, treffen, vangen
schieten (ww) :
rennen, snellen, vliegen
schieten (ww) :
gooien, kogelen, werpen
schieten (ww) :
flitsen, voortsnellen
schieten (ww) :
opwellen, springen
schieten (ww) :
gaan, vieren
schieten (ww) :
opschrikken
schieten (ww) :
afschieten
schieten (ww) :
doorzien
schieten (ww) :
trappen
schieten (ww) :
slaan

als synoniem van een ander trefwoord:

groeien (ww) :
aangroeien, aanwassen, grootgroeien, meerderen, omhooggaan, ontwikkelen, opkomen, opschieten, opzwellen, rijpen, schieten, stijgen, toenemen, vermeerderen, wassen, zich uitbreiden
vliegen (ww) :
flitsen, racen, razen, scheren, schieten, snellen, spoeden, stormen, stuiven, suizen, zoeven
beuken (ww) :
bonken, bonzen, hameren, rammeien, rammen, schieten, slaan, timmeren op
gooien (ww) :
bekogelen, beschieten, bombarderen, schieten
stuiven (ww) :
rennen, schieten, snellen, vliegen
stormen (ww) :
schieten, snellen, vliegen
paffen (ww) :
knallen, schieten
scheren (ww) :
schieten, vliegen
glippen (ww) :
rennen, schieten

woordverbanden van ‘schieten’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c