jaargetijde

als woordenboektrefwoord:

jaargetijde:
o. (-n), seizoen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

jaargetijde (zn) :
herfst, lente, seizoen, winter, zomer

als synoniem van een ander trefwoord:

getij (zn) :
jaargetijde, seizoen
lente (zn) :
jaargetijde

woordverbanden van ‘jaargetijde’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

seizoen:
tijd, jaargetijde

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0038 c