slaap

als woordenboektrefwoord:

slaap:
m. rust van lichaam en zinnen.
slaap:
m. (slapen), plaats tussen oor en oog.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

slaap (zn) :
dutje, maf, middagslaapje, nachtrust, rust, slaapje, vaak

als synoniem van een ander trefwoord:

rust (zn) :
dutje, slaap, slaapje
vaak (zn) :
slaap
maf (bn) :
slaap

woordverbanden van ‘slaap’ grafisch weergegeven

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord
werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0035 c