veer

als woordenboektrefwoord:

veer:
v. (veren), huidbedekking der vogels ; springveer.
veer:
o. (veren), overvaart, beurtveer.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

veer (zn) :
springveer, spiraal, schokbreker, vering, trekveer, spiraalveer, ressort
veer (zn) :
pluim, slagpen, veder, vogelpluim, donsveer, dekveer
veer (zn) :
overtocht, overvaart, beurtvaarttraject
veer (zn) :
veerboot, pont, autoveer
veer (zn) :
veerpont

als synoniem van een ander trefwoord:

ressort (zn) :
veer, drijfveer, spankracht
pluim (zn) :
veer, slagpen

woordverbanden van ‘veer’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

pluim, veer, dons

Het huidbekleedsel der vogels duidt men in het algemeen aan onder den naam van veeren of vederen. Soms heeft pluim geheel dezelfde beteekenis, z. a. in pluimgedierte, enz. doch meest verstaat men hier onder eene langere sierlijke veder, die vooral aan den top sterk ontwikkeld en buigzaam is. De fijnste vederen aan borst en hals der vogels, die buitengemeen zacht zijn, worden dons genoemd.

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord / werkwoord

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.002 c