Vertaling van 'air' uit het Engels naar het Nederlands

air (zn):
Travel via aircraft
aviatiek, luchtvaart, luchtvaartverkeer, luchtverkeer, vliegerij, vliegtuigbouw, vliegverkeer

air (zn):
A distinctive but intangible quality surrounding a person or thing
astraallichaam, aura

air (zn):
Medium for radio and television broadcasting
Airwave, uitzenden

air (zn):
A succession of notes forming a distinctive sequence
lijn, kant, melodie, zangwijs

air (zn):
The mass of air surrounding the Earth
uitluchten, verluchten, ventileren, luchten, aardatmosfeer

air (zn):
A slight wind (usually refreshing)
bries, zefier

air (zn):
A mixture of gases (especially oxygen) required for breathing; the stuff that the wind consists of
leemte, air, leegte, lucht

air (ww):
Expose to cool or cold air so as to cool or freshen
verluchten

air (ww):
Expose to warm or heated air, so as to dry
ventileren, drogen, luchten

air (ww):
Broadcast over the airwaves, as in radio or television
uitzenden

Via: Ensyns.nl