Vertaling van 'assemble' uit het Engels naar het Nederlands

assemble (ww):
Create by putting components or members together
zich verzamelen, samenkomen, in elkaar zetten, monteren, assembleren, componeren, construeren, opbouwen, samenstellen

assemble (ww):
Collect in one place
bijeenkomen, samenkomen, verenigen, verzamelen

Via: Ensyns.nl

assemble (ww):
in elkaar zetten(en) —.
(fr) Disposer, ajuster, assembler, joindre ou réunir les différentes pièces d’un ouvrage.
, samenkomen(en) —., zich verzamelen(en) —., groeperen(fr) (Plus courant) Réunir, rassembler.., monteren(fr) Disposer, ajuster, assembler, joindre ou réunir les différentes pièces d’un ouvrage., ophopen(fr) (Plus courant) Réunir, rassembler.., samenstellen(de) transitiv: ein Ganzes aus seinen Teilen herstellen., verzamelen(fr) (Plus courant) Réunir, rassembler..

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken