Vertaling van 'bang' uit het Engels naar het Nederlands

bang (zn):
A conspicuous success
klapper, knaller, succes, topper

bang (zn):
A border of hair that is cut short and hangs across the forehead
froefroe, slag, pony

bang (zn):
A sudden very loud noise
ontploffing, bons, klap, slag, smak, stoot

bang (ww):
Close violently
dichtslaan

bang (ww):
Have sexual intercourse with
de liefde bedrijven, naar bed gaan met, slapen met, batsen, seks hebben, vrijen, bedvogelen, bibberen, bonken, bonzen, coïteren, flensen, fleppen, fokken, ketsen, kezen, kieren, knarren, naaien, neuken, palen, poepen, rammen, rampetampen, rollebollen, seksen, slapen, soppen, vozen, wippen

Via: Ensyns.nl

bang (zn):
knal(en) —.
(en) —.
(de) sehr kurzes, lautes Geräusch, wie von einer Detonation erzeugt.
(da) lyd.
, klap(en) —.
(en) —.
(en) —.
, explosie(en) —., slag(en) —., uitroepteken(en) —.

bang (ww):
knallen(en) —.
(de) intransitiv: einen Knall von sich geben.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken