Vertaling van 'brood' uit het Engels naar het Nederlands

brood (zn):
The young of an animal cared for at one time
nest, nageslacht, legsel, gebroed, uitbroeden, broeden, piekeren, broed, broedsel

brood (ww):
Sit on (eggs)
broeden

brood (ww):
Think moodily or anxiously about something
dubben

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.