climb (zn):
The act of climbing something
klimpartij
climb (zn):
An event that involves rising to a higher point (as in altitude or temperature or intensity etc.)
beklimming, beklimmming, klim
climb (zn):
An upward slope or grade (as in a road)
klim, helling
climb (ww):
Increase in value or to a higher point
klimmen, oplopen, stijgen
climb (ww):
Go upward with gradual or continuous progress
beklauteren, beklimmen, bestijgen, klimmen, omhoogklimmen, opstijgen
Via: Ensyns.nl
climb (ww):
klimmen(en) —.
(de) zu einem [[hoch|höher]] [[gelegen]]en [[Ort]] [[hinaufsteigen]] oder von solch einem Ort [[heruntersteigen]].
(de) sich zu einem hochgelegenen oder erhöhten Ort begeben.
(fr) Escalader.
(fr) Se déplacer vers le haut|1 (Intransitif).
(fr) S’élever en l’air.
(fr) Monter avec effort.
(no) Bruke hender og bein til å komme seg oppover et bratt sted., beklimmen(en) —.
(fr) Monter sur une montagne.., naar boven gaan(fr) Se déplacer vers le haut|1 (Intransitif).
(fr) S’élever en l’air.
(fr) Escalader., stijgen(fr) Escalader.
(fr) Se déplacer vers le haut|1 (Intransitif).
(fr) S’élever en l’air., klauteren(fr) Monter avec effort.
climb (zn):
klim(pt) (alpinismo).
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.