collapse (zn):
A natural event caused by something suddenly falling down or caving in
autopech, motorpech, panne, pech, verzakking
collapse (zn):
A sudden large decline of business or the prices of stocks (especially one that causes additional failures)
beurscrash, crash, knal, beurskrach
collapse (ww):
Collapse due to fatigue, an illness, or a sudden attack
stukgaan
collapse (ww):
Suffer a nervous breakdown
doldraaien, doordraaien, inklappen, instorten, inzakken
collapse (ww):
Break down, literally or metaphorically
meegeven
collapse (ww):
Fall apart
uit elkaar vallen, instorten, inzakken
Via: Ensyns.nl
Via: Memodata.com
N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.