pech

als woordenboektrefwoord:

pech:
o. ongeluk, tegenspoed.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

pech (zn) :
ongeluk, onkans, tegenslag, tegenspoed, tegenvaller, wanbof
pech (zn) :
panne

als synoniem van een ander trefwoord:

tegenvaller (zn) :
desillusie, flop, lelijkerd, misrekening, pech, schadepost, sof, strop, tegenslag, tegenspoed, teleurstelling, zeper
ongeluk (zn) :
beproeving, catastrofe, kwaad toeval, leed, malheur, onheil, pech, ramp, rampspoed, tegenslag, tegenspoed, tragedie
tegenslag (zn) :
drawback, malheur, ongeluk, onkans, pech, strop, tegenspoed, tegenvaller, tegenwind, wanbof
storing (zn) :
defect, mankement, ongeregeldheid, pech, stoornis, uitval
panne (zn) :
pech
jammer (tw) :
helaas, pech

woordverbanden van ‘pech’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

pech
fortuin, geluk, mazzel, meevaller, voorspoed, welstand

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c