contend (ww):
Have an argument about something
redetwisten, aanvallen, bestrijden, betwisten, ingaan
contend (ww):
To make the subject of dispute, contention, or litigation
competitiewedstrijd, competitie, wedstrijd, kamp, slag, strijd, betwisten, bevechten
contend (ww):
Compete for something; engage in a contest; measure oneself against others
mededingen, meedingen, concurreren, meten, opboksen, optornen, rivaliseren, touwtrekken, vechten, wedijveren
contend (ww):
Be engaged in a fight; carry on a fight
worstelen, kampen, knokken, matten, strijden, vechten
contend (ww):
Succeed in doing, achieving, or producing (something) with the limited or inadequate means available
mee omgaan, genoegen nemen, rondkomen, toekomen, toekunnen, uitkomen
Via: Ensyns.nl
contend (ww):
betwisten(en) —.
(en) —., aantonen(en) —., bestrijden(en) —., tegenspreken(en) —., weerspreken(en) —., concurreren(fr) être en compétition.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com