Vertaling van 'encounter' uit het Engels naar het Nederlands

encounter (zn):
A minor short-term fight
schermutseling

encounter (zn):
A hostile disagreement face-to-face
confrontatie

encounter (zn):
A casual or unexpected convergence
ontmoeting, treffen

encounter (ww):
Come together
aantreffen, ontmoeten, tegenkomen, treffen

encounter (ww):
Come upon, as if by accident; meet with
treffen, confronteren, ontmoeten, vinden

Via: Ensyns.nl

encounter (ww):
ontmoeten(en) —.
(en) —.
(de) jemanden, meist eher zufällig, treffen.
, oog in oog staan met(en) —., botsen(en) —., confronteren(en) —., stuiten(en) —., treffen(en) —., betrappen(ru) успеть встретить.

encounter (zn):
treffen(en) —.
(en) —.
(de) Militär: kleine Kampfhandlung.
, botsing(en) —., confrontatie(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken