Vertaling van 'handicap' uit het Engels naar het Nederlands

handicap (zn):
Advantage given to a competitor to equalize chances of winning
handicaprace

handicap (zn):
Something immaterial that interferes with or delays action or progress
barrière, belemmering, beletsel, drempel, handicap, hindernis, hinderpaal, hobbel, obstakel, rem, struikelblok, struikelsteen, verhindering

handicap (zn):
The condition of being unable to perform as a consequence of physical or mental unfitness
lichaamsgebrek, gebrek, handicap, onbekwaamheid, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit

Via: Ensyns.nl

handicap (zn):
handicap(en) —., nadeel(de) negativer Aspekt eines Vorgehens oder einer Situation.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken