Vertaling van 'hook' uit het Engels naar het Nederlands

hook (zn):
A short swinging punch delivered from the side with the elbow bent
hoek

hook (zn):
A curved or bent implement for suspending or pulling something
haak, haakje

hook (zn):
A mechanical device that is curved or bent to suspend or hold or pull something
haak, haakje

hook (zn):
Anything that serves as an enticement
aas, lokaas, lokkertje, lokmiddel

hook (ww):
Approach with an offer of sexual favors
tippelen

hook (ww):
Catch with a hook
haken

hook (ww):
Make a piece of needlework by interlocking and looping thread with a hooked needle
haken, inhaken

hook (ww):
Make off with belongings of others
verdonkeremanen, ontwenden, stelen, ontvreemden

hook (ww):
Rip off; ask an unreasonable price
ontroven

hook (ww):
Take by theft
stelen

Via: Ensyns.nl

hook (zn):
haak(en) —.
(de) Aufhängevorrichtung.
(de) Schlagtechnik beim Boxen.
(fr) Morceau de métal recourbé.
(ja) 物をかける道具.
(es) —.
, stevenhaak(en) —., angel(fr) Crochet., blikvanger(fr) —., vishaak(fr) Crochet., vishaakje(it) {{Term|pesca|it}}.

hook (ww):
aan de haak slaan(en) —., in elkaar haken(en) —., haken(en) —., verslaven(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken