instruction (zn):
The activities of educating or instructing; activities that impart knowledge or skill
opvoedkunde, instructie, opvoeding, didactiek, cursus, les, onderricht, onderwijs
instruction (zn):
The profession of a teacher
didactiek, opvoedkunde, pedagogie, pedagogiek
instruction (zn):
(computer science) a line of code written as part of a computer program
bemerking, verklaring
instruction (zn):
A message describing how something is to be done
bevel
Via: Ensyns.nl
instruction (zn):
instructie(en) —.
(sv) 1. instruktion för vad som skall göras och på vilket sätt.
(zh) 計算機., onderwijs(en) —.
(de) regelmäßige und planvolle Weitergabe von Wissen, Information und Fähigkeiten.
(zh) 事業., aanwijzing(en) —.
(de) Bestimmung oder Vorgabe, wer etwas bekommen soll., onderricht(de) regelmäßige und planvolle Weitergabe von Wissen, Information und Fähigkeiten., tip(pl) —., toewijzing(de) Bestimmung oder Vorgabe, wer etwas bekommen soll.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com