Vertaling van 'nail' uit het Engels naar het Nederlands

nail (zn):
A thin pointed piece of metal that is hammered into materials as a fastener
nagel, spijker

nail (zn):
Horny plate covering and protecting part of the dorsal surface of the digits
nagel

nail (ww):
Take into custody
snappen, vatten, oppakken, begrijpen

nail (ww):
Attach something somewhere by means of nails
inklinken, klinken, nagelen, spijkeren, vastnagelen, vastspijkeren

Via: Ensyns.nl

N.B.: Er zijn geen WikiWoordenboek-resultaten omdat de Dbnary-server niet of niet op tijd heeft geantwoord.