Vertaling van 'offspring' uit het Engels naar het Nederlands

offspring (zn):
Any immature animal
kind, nakomeling, jong, jonkie, kleintje

offspring (zn):
The immediate descendants of a person
nakomeling, nageslacht, nakomelingschap, nakroost

Via: Ensyns.nl

offspring (zn):
kind(en) —.
(de) Mensch, mit Bezug auf seine familiäre Zugehörigkeit (Beziehung der Abkommenschaft).
(no) sønn eller datter, avkom etter foreldre.
, afstammeling(en) —.
(pl) —.
, nageslacht(en) —.
(fr) Progéniture.
, afstammelingen(en) —., kinderen(en) —., kinders(en) —., nageslachten(en) —., nakomeling(en) —., nakomelingen(en) —., nakomelingschap(en) —., nazaat(en) —., productie(en) —., voortbrengst(en) —., kroost(fr) Progéniture.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken