Vertaling van 'shine' uit het Engels naar het Nederlands

shine (zn):
The quality of being bright and sending out rays of light
straling

shine (ww):
Make (a surface) shine
oppoetsen, poetsen, slijpen

shine (ww):
Experience a feeling of well-being or happiness, as from good health or an intense emotion
afstralen, glimmen, glunderen, stralen

shine (ww):
Be distinguished or eminent
uitblinken

shine (ww):
Emit light; be bright, as of the sun or a light
stralen, schijnen

Via: Ensyns.nl

shine (ww):
schijnen(en) —.
(de) Licht aussenden.
(sv) avge ljus.
(pl) —.
, blinken(en) —.
(fi) heijastaa kirkasta valoa.
(pl) —.
, glanzen(en) —., opblinken(en) —., polieren(en) —., stralen(en) —., uitblinken(en) —., voor de hand liggen(en) —., schitteren(it) distinguersi.
(it) splendere di luce viva.
(pl) —.
, gloeien(it) splendere di luce viva.
(it) distinguersi.

shine (zn):
schijn(en) —.
(de) Plural selten: schwaches Leuchten (Schimmer) bis helles grelles Blenden.
, bravoure(en) —., glans(en) —., straling(en) —., uitmuntendheid(en) —., zon(de) Sonnenschein oder Sonnenlicht.

shine (bn):
briljant(pl) —., schitterend(pl) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken