stralen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

stralen (ww) :
blaken, blinken, fonkelen, glanzen, glimmen, glinsteren, gloeien, gloren, licht geven, lichten, pronken, schijnen, schitteren, twinkelen
stralen (ww) :
afgaan, buizen, falen, sjezen, zakken
stralen (ww) :
glimlachen, glunderen

als synoniem van een ander trefwoord:

falen (ww) :
buizen, feilen, floppen, misgaan, mislukken, misschieten, missen, misslaan, niet slagen, onderuitgaan, scheeflopen, sjezen, spaak lopen, stralen, stranden, stuklopen, tekortschieten, weigeren, zakken
schitteren (ww) :
blinken, flikkeren, flonkeren, fonkelen, glanzen, glariën, glimmen, glimmeren, glinsteren, lichten, opvlammen, schijnen, sprankelen, stralen, tintelen, vlammen
glinsteren (ww) :
blaken, blinken, flikkeren, flonkeren, fonkelen, glanzen, opflikkeren, schijnen, schitteren, sprankelen, stralen, tintelen, vonken
flonkeren (ww) :
blinken, flikkeren, fonkelen, glinsteren, pinkelen, schitteren, stralen, tintelen, twinkelen
fonkelen (ww) :
blinken, flikkeren, flonkeren, glanzen, glinsteren, schitteren, stralen, tintelen, twinkelen
blinken (ww) :
flikkeren, glanzen, glimmen, glinsteren, schijnen, schitteren, stralen
glanzen (ww) :
blinken, glimmen, glinsteren, schitteren, stralen
glimmen (ww) :
schijnen, schitteren, stralen, trots zijn
schijnen (ww) :
blinken, glimmen, schitteren, stralen
gloeien (ww) :
blaken, flikkeren, fonkelen, stralen
zakken (ww) :
buizen, niet slagen, sjezen, stralen
twinkelen (ww) :
flikkeren, fonkelen, stralen
sjezen (ww) :
falen, stralen, zakken
blaken (ww) :
stralen
pronken (ww) :
stralen

woordverbanden van ‘stralen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

stralen
slagen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0051 c