Vertaling van 'shop' uit het Engels naar het Nederlands

shop (zn):
A mercantile establishment for the retail sale of goods or services
atelier, werkplaats, magazijn, nering, shop, winkel, zaak

shop (ww):
Give away information about somebody
misleiden, aangeven, verklikken, bedriegen, verklappen, verlullen, verraden

shop (ww):
Do one's shopping at; do business with; be a customer or client of
kleineren

Via: Ensyns.nl

shop (zn):
winkel(en) —.
(de) Geschäft, also Räumlichkeit, in der Waren oder Dienstleistungen zum Verkauf angeboten werden.
(fr) (Commerce, Entreprise) Boutique, lieu de vente de produits ou de denrées..
(fi) kauppaliike, myymälä.
(fi) myymälä, kauppa, varsinkin pieni erikoisliike.
(ru) торговое предприятие.
(pt) (estabelecimento comercial).
(zh) 買賣貨物的店鋪.
(es) —.
(sv) 1. handelslokal.
(pl) —.
, atelier(en) —., werkplaats(en) —., boetiek(fr) (Commerce, Entreprise) Boutique, lieu de vente de produits ou de denrées.., zaak(fr) (Commerce, Entreprise) Boutique, lieu de vente de produits ou de denrées..

shop (ww):
winkelen(en) —.
(sv) ge bort pengar för att erhålla varor.
, boodschappen doen(en) —., inkopen doen(en) —., shoppen(en) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken