Vertaling van 'show up' uit het Engels naar het Nederlands

show up (ww):
Appear or become visible; make a showing
flirten, goed groeien

show up (ww):
Be or become visible or noticeable
zien, aantonen, bewijzen, vertonen, demonstreren

Via: Ensyns.nl

show up (ww):
tentoonstellen(en) —., blameren(de) jemanden vor anderen blamieren., compromitteren(de) jemanden vor anderen blamieren., desavoueren(de) jemanden vor anderen blamieren., in opspraak brengen(de) jemanden vor anderen blamieren., opduiken(fr) Arriver.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken