Vertaling van 'slice' uit het Engels naar het Nederlands

slice (zn):
A thin flat piece cut off of some object
schijf, plak

slice (zn):
A wound made by cutting
jaap, snede, snee, snijwond

slice (ww):
Cut into slices
afsnijden

Via: Ensyns.nl

slice (zn):
plak(en) —., schijf(en) —., baanvak(fr) section d'un objet allongé., plakje(fr) Morceau coupé un peu mince., stomp(fr) section d'un objet allongé., stronk(fr) section d'un objet allongé.

slice (ww):
snijden(fr) Couper net, séparer en coupant.
(ru) рассекать.
, snerpen(fr) Couper net, séparer en coupant.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken