Vertaling van 'span' uit het Engels naar het Nederlands

span (zn):
The act of sitting or standing astride
overspanning, spreidstand

span (zn):
A structure that allows people or vehicles to cross an obstacle such as a river or canal or railway etc.
brug

span (zn):
Two items of the same kind
stel, koppel, paar, twee, tweetal

span (zn):
The complete duration of something
tijdruimte, tijdsbestek, tijdspanne, tijdsruimte, tijdsspanne, tijdsverloop

Via: Ensyns.nl

span (zn):
span(en) —., spanwijdte(de) —.

span (ww):
overlappen(fr) (Intransitif) (Par analogie) Se croiser, se superposer.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken