N.B. De resultaten hieronder komen van derde partijen. Zie ook resultaten uit onze eigen synoniemendatabank voor gaan.
gaan (ww):
lopen(el) πηγαίνω.
(fr) Aller tout le long de..
(sv) förflytta sig (framåt eller bort från något).
(pl) —., overgaan(fr) Changer de nature, de qualité, d’état.
(fr) Aller d’un lieu à un autre., oversteken(fr) Aller d’un lieu à un autre.
(fr) Changer de nature, de qualité, d’état., passeren(fr) Aller d’un lieu à un autre.
(fr) Changer de nature, de qualité, d’état., rijden(el) πηγαίνω.
(fr) Aller tout le long de.., varen(el) πηγαίνω.
(fr) Aller tout le long de.., voorbijgaan(fr) Aller d’un lieu à un autre.
(fr) Changer de nature, de qualité, d’état., voorbijlopen(fr) Changer de nature, de qualité, d’état.
(fr) Aller d’un lieu à un autre., zich begeven(fr) —.
(fr) Se déplacer jusqu’à un endroit., afbuigen(en) to change direction., buigen(en) to change direction., draaien(en) to change direction., karren(el) πηγαίνω., leiden(pl) —., verlaten(en) to leave., vertrekken(it) (''verbo'') muoversi da un luogo verso un altro luogo., voeren(pl) —., weggaan(it) (''verbo'') muoversi da un luogo verso un altro luogo., zullen(de) zur Futurbildung in Verbindung mit dem Infinitiv.
gaan (zn):
loop(ru) перемещение по поверхности путём попеременного переставления ног., lopen(ru) перемещение по поверхности путём попеременного переставления ног., vakantie(ja) 動詞:休暇を取る.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.