gezanik

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

gezanik (zn) :
geëmmer, gehakketak, gejammer, gejengel, gemeier, gemekker, gemelk, geouwehoer, gesabbel, geürm, gezaag, gezeik, gezeur, gezwatel
gezanik (zn) :
gedoe, gedonder, gelazer, gesodemieter, moeilijkheden

als synoniem van een ander trefwoord:

gezeur (zn) :
geëtter, gejammer, gejengel, geleuter, gemaal, gemeier, gemelk, geouwehoer, gesabbel, geteem, geürm, gezaag, gezanik, gezeik, gezemel, gezever
geouwehoer (zn) :
bullshit, gedram, geklets, geleuter, gelul, gelul in de ruimte, ge-o-ha, gezanik, gezeur, gezwatel, klets, onzin
geleuter (zn) :
blabla, gebazel, gebeuzel, geklets, gerevel, gewauwel, gezanik, gezemel, gezeur, gezwam, kletspraat, prietpraat
gehakketak (zn) :
geharrewar, gekibbel, gevit, gezanik, gezeur
herrie (zn) :
geduvel, gezanik, ruzie, twist
gemelk (zn) :
gezanik, gezeur

woordverbanden van ‘gezanik’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0131 nc