intact

als woordenboektrefwoord:

intact:
bn. onaangeroerd ; rein.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

intact (bn) :
onbeschadigd, heel, gaaf, ongeschonden, ongedeerd, ongerept, onaangeroerd, onverlet, ongekrenkt, onaangebroken

als synoniem van een ander trefwoord:

gaaf (bn) :
onbeschadigd, heel, volledig, klasse, ongeschonden, vlekkeloos, intact, feilloos, onaangeroerd, puntgaaf, onbedorven, onaangetast, onaangeraakt, loepzuiver
heel (bn) :
onbeschadigd, volledig, geheel, gaaf, gans, compleet, ongeschonden, intact, onaangeroerd, onaangetast, onaangeraakt
ongeschonden (bn) :
heel, heelhuids, gaaf, compleet, ongedeerd, ongerept, intact, onverzwakt, ongekwetst, ongekreukt, ongekrenkt
onbeschadigd (bn) :
heel, ongeschonden, ongedeerd, intact, ongekwetst
geheel (bn) :
heel, aan één stuk, ongeschonden, intact
ongerept (bn) :
ongeschonden, ongedeerd, intact
onverlet (bn) :
ongedeerd, intact

woordverbanden van ‘intact’ grafisch weergegeven

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

intact
beschadigd, beurs

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0038 c