machine

als woordenboektrefwoord:

machine:
v. (-s), samengesteld, werktuig.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

machine (zn) :
toestel, tuig, instrument, apparaat, mechaniek
machine (zn) :
vliegtuig, vliegmachine
machine (zn) :
automaat
machine (zn) :
gevaarte

als synoniem van een ander trefwoord:

apparaat (zn) :
hulpmiddel, machine, werktuig, gereedschap, toestel, tuig, apparatuur, mechaniek, machinerie
tuig (zn) :
machine, werktuig, toestel, instrument, apparaat, gerei
toestel (zn) :
inrichting, machine, apparaat, gestel, samenstel

woordverbanden van ‘machine’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Hulpmiddelen waarvan de mensch zich bij zijn arbeid bedient. Door gereedschappen verstaat men meer eenvoudige hulpmiddelen, door werktuigen meer samengestelde; het eerste ziet meet op het collectieve: het werktuig waarmede hij slaat is een hamer; beitel en hamer is timmermansgereedschap , een ploeg is een werktuig van den landman. Instrument is een vreemd woord voor werktuig, vooral als kunstterm in gebruik. Zeer kunstig samengestelde werktuigen noemt men machines. De naaimachine. Het Neder landsche woord voor machine is toestel, dat echter bijna geheel door het andere verdrongen is. Petroleumtoestel.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0017 c