omgang

als woordenboektrefwoord:

omgang:
m. gezellig verkeer ; plechtige optocht.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

omgang (zn) :
behandeling, frequentatie, gemeenschap, relatie, verbinding, verkeer
omgang (zn) :
ommegang, optocht, processie, ronde, rondgang, stoet
omgang (zn) :
galerij, omloop, trans
omgang (zn) :
verkering

als synoniem van een ander trefwoord:

gemeenschap (zn) :
aansluiting, broederschap, communicatie, communiteit, gemeenschappelijkheid, omgang, verbinding
trans (zn) :
gaanderij, kanteel, omgang, omloop, rand, tinne, torenomgang
stoet (zn) :
gevolg, omgang, optocht, processie, rij, sleep, suite, trein
galerij (zn) :
loggia, omgang, omloop, passage
optocht (zn) :
corso, omgang, processie, stoet
verkeer (zn) :
gemeenschap, omgang, relatie
verstandhouding (zn) :
betrekking, entente, omgang
omloop (zn) :
galerij, omgang, trans
behandeling (zn) :
bejegening, omgang
ronde (zn) :
omgang, patrouille
relatie (zn) :
omgang, verkeer

woordverbanden van ‘omgang’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

omgang:
stoet
omgang:
verkeer
stoet:
optocht, om(me)gang, menigte, reeks
verkeer:
omgang

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Het leven en zich bewegen onder de menschen en in voortdurende aanraking met hen zijn. Omgang ziet vooral op het zich bewegen in de samenleving met menschen. Verkeer kan ook ditzelfde uitdrukken, maar wordt dan meest met een adjectief verbonden: gezellig verkeer. Op zich zelf staande ziet het meer op de onderlinge beweging der menschen over eene grooter of kleiner oppervlakte, z. a. het spoorwegverkeer; in deze straat is een druk verkeer. Omgang en verkeering worden beide ook gebruikt, waar het de nauwe betrekking betreft, waarin een man en eene vrouw tot elkaar staan. In verkeering ligt meer het denkbeeld van geoorloofde gemeenschap. Daarom wordt omgang veelal met een bijvoegelijk naamwoord verbonden. Dagelijksebe omgang, familiare omgang, gezellige omgang, gemeenzame omgang, verboden omgang. Gezellig verkeer, druk verkeer. Met een meisje verkeering hebben is met haar vrijen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 5:

omgang, verkering

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0028 c