check out (ww):
Examine so as to determine accuracy, quality, or condition
checken, controleren, nagaan, nakijken, nalopen, natrekken, nazien
Via: Ensyns.nl
check out (ww):
afmelden(en) —., afrekenen(en) —., onderzoeken(en) —., uitchecken(en) —., checken(pl) —., controleren(pl) —., verifiëren(pl) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com