crush (ww):
Break into small pieces
verbrokkelen, brokkelen, verpletteren, pletten, in elkaar persen, persen
crush (ww):
Become injured, broken, or distorted by pressure
platdrukken, kneuzen, verpletteren, pletten, samenpersen
crush (ww):
Come out better in a competition, race, or conflict
overwinnen, overwinnen, verslaan
crush (ww):
Humiliate or depress completely
ontmoedigen, afstompen, moedeloos maken, demoraliseren
crush (ww):
Come down on or keep down by unjust use of one's authority
onderdrukken
Via: Ensyns.nl
crush (ww):
verpletteren(en) —.
(en) —.
(en) —.
(fr) Briser .
(fr) Aplatir, briser.
(fr) Détruire, anéantir, réduire à rien. ., vermorzelen(en) —.
(fr) Briser ., een oogje hebben op(en) —., overweldigen(en) —., pletten(en) —., verdrukken(en) —., vergruizelen(en) —., vermalen(en) —., verbrijzelen(fr) Réduire en parcelles, en poudre ou en pâte..
(fr) Briser .
(pl) —., fijnstampen(fr) Réduire en parcelles, en poudre ou en pâte..
(it) schiacciare., stampen(fr) Réduire en parcelles, en poudre ou en pâte..
(it) schiacciare., aanstampen(it) schiacciare., intrappen(fr) Briser ., plattrappen(de) mit den Füßen zerdrücken, zerstören., trappen op(it) schiacciare., verpulveren(fr) Réduire en parcelles, en poudre ou en pâte.., vertrappen(de) mit den Füßen zerdrücken, zerstören., vertreden(de) mit den Füßen zerdrücken, zerstören.
crush (zn):
bevlieging(en) —., dranghek(en) —., overrompeling(en) —., stormloop(en) —., boontje(fr) soupirant, petit(e) ami(e).
(fr) avoir le béguin pour quelqu'un., liefje(fr) avoir le béguin pour quelqu'un.
(fr) soupirant, petit(e) ami(e)., oogje(fr) soupirant, petit(e) ami(e).
(fr) avoir le béguin pour quelqu'un.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com