date (zn):
Sweet edible fruit of the date palm with a single long woody seed
dadel
date (zn):
A meeting arranged in advance
afspraakje, akkoord, afspraak
date (zn):
A participant in a date
begeleider, geleider, geleidster
date (zn):
The specified day of the month
dagtekening, datering, datum
date (zn):
A particular day specified as the time something happens
levensduur, einde, afspraakje
date (zn):
The particular day, month, or year (usually according to the Gregorian calendar) that an event occurred
tijdstip
date (ww):
Assign a date to; determine the (probable) date of
dateren
date (ww):
Provide with a dateline; mark with a date
dateren
Via: Ensyns.nl
date (zn):
datum(en) —.
(en) —.
(tr) zaman.
(zh) 發生事情的確定日子或時期.
(pl) —.
(pt) —.
(sv) tidsangivelse., dadel(en) —.
(de) süße Frucht der Dattelpalme (Phoenix dactylifera).
(fr) Fruit comestible du palmier-dattier.
(es) —.
(pl) —., date(en) —.
(en) —.
(fr) (Familier) Rendez-vous..
(fr) Réunion galante entre amoureux., afspraak(en) —.
(fr) Réunion galante entre amoureux.
(ku) hevdîtina [[plan]]kirî., afspraakje(en) —.
(en) —.
(fr) (Familier) Rendez-vous.., einde(en) —., levensduur(en) —., tijdstip(en) —., dag(lt) kalendorinė data., etmaal(lt) kalendorinė data., jaarcijfer(de) die Zahl, die ein bestimmtes Jahr entsprechend der Zeitrechnung bezeichnet., jaartal(de) die Zahl, die ein bestimmtes Jahr entsprechend der Zeitrechnung bezeichnet., ontmoeting(sv) möte., rendez-vous(ku) hevdîtina [[plan]]kirî., termijn(da) fastsat tidspunkt., treffer(sv) möte.
date (ww):
dateren(en) —.
(en) —.
(en) —., daten(en) —.
(es) —., gaan wandelen(ru) состоять в интимной связи.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com