Vertaling van 'deficiency' uit het Engels naar het Nederlands

deficiency (zn):
Lack of an adequate quantity or number
slapte

deficiency (zn):
The state of needing something that is absent or unavailable
onvolkomenheid, ontoereikendheid, krapte, gemis, deficiëntie, gebrek, tekort

Via: Ensyns.nl

deficiency (zn):
tekort(en) —.
(en) —.
(de) Fehlen von etwas (meist eines Geldbetrags).
(ga) ganntanas, díth, easpa, ceal.
(pl) —.
, gebrek(ga) ganntanas, díth, easpa, ceal., vasten(ga) ganntanas, díth, easpa, ceal.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken